Tomiki Aikido

1. Filosofie en Doel van Tomiki’s Aikido

Oorsprong en Visie

  • Aikido is afgeleid van Daito-ryu Aiki Jujutsu, een klassieke Japanse vechtkunst die zich richt op het gebruik van de kracht en beweging van de tegenstander (het aiki-principe).
  • Kenji Tomiki, een leerling van Morihei Ueshiba (stichter van Aikido) en Jigoro Kano (stichter van Judo), systematiseerde Aikido voor onderwijsdoeleinden, met name voor fysieke opvoeding en zelfverdediging.
  • Tomiki zag Aikido als een aanvulling op Judo, met name voor technieken die niet in competitief Judo worden toegepast, zoals atemi-waza (slagtechnieken) en kansetsu-waza (gewrichtstechnieken).

Drie Fundamentele Principes

Tomiki’s systeem is gebaseerd op de drie principes van Judo, die ook de kern vormen van Aikido:

  1. Shizentai no Ri (Natuurlijke Houding)
  2. Ju no Ri (Flexibiliteit/Yielding)
  3. Kuzushi no Ri (Balans Verstoring)

2. De Drie Principes in Detail

A. Shizentai no Ri (Natuurlijke Houding)

  • Doel: Een stabiele, ontspannen houding behouden die beweging en reactie mogelijk maakt zonder kwetsbaarheid.
  • Toepassing:
    • Staande houdingen:
      • Shizentai (natuurlijke houding): Voeten op schouderbreedte, knieën licht gebogen, gewicht gelijkmatig verdeeld.
      • Jigotai (verdedigende houding): Voeten wijder, knieën dieper gebogen, zwaartepunt verlaagd.
    • Zittende houdingen:
      • Seiza: Knielzit, met de tenen onder de voeten.
    • Beweging: Voeten blijven dicht bij de grond (bijv. tsugi-ashi en okuri-ashi voor soepele verplaatsing).

B. Ju no Ri (Flexibiliteit/Yielding)

  • Doel: Kracht van de tegenstander niet weerstaan, maar gebruiken om hun balans te verstoren.
  • Toepassing:
    • Ma-ai (afstand): Optimaal bereik voor aanval en verdediging, zonder te dichtbij of te ver weg te zijn.
    • Tegatana (handzwaard): Gebruik van de hand en onderarm als “zwaard” om aanvallen te pareren of te leiden.
    • Ukemi (valbreken): Leren vallen zonder weerstand, om blessures te voorkomen.
    • Timing: Aanvallen op drie momenten:
      1. Bij het begin van de beweging van de tegenstander.
      2. Op het hoogtepunt van hun kracht.
      3. Tijdens hun verdediging.

C. Kuzushi no Ri (Balans Verstoring)

  • Doel: De balans van de tegenstander verstoren om technieken effectief toe te passen.
  • Toepassing:
    • Acht richtingen (Happō no Kuzushi): Voorwaarts, achterwaarts, links, rechts, en de vier diagonale richtingen.
    • Tsukuri (voorbereiding): Het creëren van de juiste omstandigheden om een techniek uit te voeren, door de balans van de tegenstander te breken en je eigen positie te optimaliseren.
    • Kake (uitvoering): Het daadwerkelijk toepassen van de techniek nadat de balans is verstoord.

3. Fundamentele Bewegingen en Technieken

A. Basishoudingen en Voetwerk

  • Shizentai (natuurlijke houding): Neutrale, ontspannen houding.
  • Migi/Kamae en Hidari/Kamae: Rechtse of linkse houding, afhankelijk van welke voet naar voren staat.
  • Voetwerk:
    • Tsugi-ashi: Voeten glijden over de grond zonder op te tillen.
    • Okuri-ashi: Voeten volgen elkaar in een vloeiende beweging.
    • Ayumi-ashi: Normale looppas.
    • Shikkō (knielopen): Verplaatsen in knielzit.

B. Tegatana (Handzwaard)

  • Definitie: De hand en onderarm worden gebruikt als een “zwaard” om aanvallen te pareren of te leiden.
  • Vijf basisbewegingen:
    1. Uchi-mawashi (binnenwaartse cirkel)
    2. Soto-mawashi (buitenwaartse cirkel)
    3. Uchi-gaeshi (binnenwaartse terugkeer)
    4. Soto-gaeshi (buitenwaartse terugkeer)
    5. Ō-mawashi (grote cirkel)

C. Atemi-waza (Slagtechnieken)

  • Doel: De balans van de tegenstander verstoren door een slag op een zwak punt (bijv. gezicht, kin, of zenuwpunten).
  • Drie basisprincipes:
    1. Shomen-ate: Frontale slag met de palm of vuist.
    2. Gyaku-gamae-ate: Slag in tegengestelde houding.
    3. Ai-gamae-ate: Slag in dezelfde houding.

D. Kansetsu-waza (Gewrichtstechnieken)

  • Doel: Gewrichten (met name pols en elleboog) manipuleren om de tegenstander te controleren of te werpen.
  • Twee basisprincipes:
    1. Ude-hineri: Binnenwaarts draaien van de arm om de balans naar voren te verstoren.
    2. Ude-gaeshi: Buitenwaarts draaien van de arm om de balans naar achteren te verstoren.

4. Yawara Taiso: Bewegingen en Oefeningen

A. Solo Bewegingen (Natuurlijke Houding)

  • Doel: Leren hoe je je houding correct behoudt, je voeten beweegt, en je armen gebruikt.
  • Oefeningen:
    • Voetwerk: Voorwaarts, achterwaarts, zijwaarts, en draaiende bewegingen.
    • Tegatana-oefeningen: Voorwaartse extensie, binnenwaartse/buitenwaartse cirkels, armdraai, en combinaties met draaiende bewegingen.

B. Partner-oefeningen (Balans Verstoring)

  • Doel: Technieken oefenen met een partner, waarbij je de principes van Ju no Ri en Kuzushi no Ri toepast.
  • Oefeningen:
    • Hineri – binnenwaartse torsie: Balans verstoren door de arm van de partner te draaien.
    • Gaeshi – Buitenwaartse torsie: Balans verstoren door de arm van de partner terug te draaien.

5. Trainingsmethoden en Toepassingen

A. Kata (Vaste Vormen)

  • Doel: Technieken in een vooraf bepaalde volgorde oefenen om precisie en controle te ontwikkelen.
  • Voorbeelden:
    • Atemi waza Kata: Oefening voor frontale slagen.
    • Ude-hishigi/Ude garami Kata: Oefening voor armklemmen.
    • Tekubi-waza Kata: Oefening voor polsklemmen.

B. Randori (Vrije Oefening)

  • Doel: Technieken spontaan toepassen in een dynamische omgeving.
  • Aanpak:
    • Begin met kata om de basis te leren.
    • Ga over naar kakari geiko (randori-achtige kata), waarbij één persoon aanvalt en de ander reageert.
    • Uiteindelijk vrij oefenen met wisselende rollen.

C. Ukemi (Valbreken)

  • Doel: Leren vallen zonder blessures.
  • Soorten:
    • Ushiro-ukemi: Achterwaartse val.
    • Yoko-ukemi: Zijwaartse val.
    • Mae-ukemi: Voorwaartse rol.

6. Integratie van Aikido en Judo

A. Gemeenschappelijke Principes

  • Beide kunsten delen dezelfde drie fundamentele principes (Shizentai, Ju, Kuzushi).
  • Judo richt zich op werpen en grondtechnieken.
  • Aikido richt zich op slag- en gewrichtstechnieken vanaf een afstand.

B. Voordelen van Integratie

  • Fysieke Ontwikkeling: Verbetering van balans, flexibiliteit, coördinatie en kracht.
  • Mentale Ontwikkeling: Ontwikkeling van focus, kalmte onder druk, en respect voor anderen.
  • Zelfverdediging: Effectieve technieken tegen zowel ongewapende als gewapende aanvallen.

7. Conclusie

Kenji Tomiki’s benadering van Aikido is systematisch, educatief en praktisch. Door de integratie van Judo-principes en de nadruk op balans, flexibiliteit en controle, biedt zijn methode een complete training in zowel fysieke als mentale vaardigheden. Aikido is niet alleen een vechtkunst, maar ook een pad naar persoonlijke groei en harmonie.